Negen miljard

Onlangs gooide iemand mij voor de voeten dat permacultuur dan wel mooi klinkt, maar élitair is, want “Je kan op die manier toch geen 7 miljard mensen gaan voeden. Laat staan 9 miljard in 2050.” Er zou niet voldoende productie zijn.

Wie de overvloedige tuin heeft gezien van Josine en Gilbert, en die vergelijkt met de monocultuur-akkers op dode en humusarme bodems, zal zich niet snel meer aan dergelijke zwart/wit uitspraken wagen. Of wie de film “Green gold” van John D. Liu gezien heeft, zal eveneens z’n wenkbrauwen fronsen. Enige nuance lijkt op z’n plaats. Anderzijds is het wel zo dat ik tot nog toe geen permacultuur initiatieven heb gezien die zich met hun productie op een competitieve manier in het gangbare marktsysteem zouden kunnen integreren. (Gesteld dat ze dat zouden willen).

Tijdens de recentste module van de ontwerpcursus in het Voedselbos hebben we even een zijsprongetje gemaakt naar dat debat. Zonder de pretentie te hebben dat hiermee, voor mij, het vraagstuk helemaal is opgelost, wil ik hierover toch wel één en ander kwijt.

Vooreerst is honger een politiek vraagstuk. Vandaag is er voldoende voedsel om de 7 miljard aardbewoners te voeden, en toch zijn er bijna 1 miljard hongerigen. Landbouwproducten gaan naar diegene die ze kunnen betalen. Mensen hebben honger omdat ze arm zijn. Zo eenvoudig is dat. Ik had het daar eerder al ’s over. Wie nood heeft aan een uitvoeriger analyse, verwijs ik graag door naar de paper die Hielke Van Doorslaer heeft geschreven. Het hongerprobleem is dus geen productieprobleem, maar wel een armoedeprobleem.

Daarnaast lijkt mij de vraag of permacultuur 9 miljard mensen kan voeden op zich intellectueel niet eerlijk. Omdat die vraag impliciet de indruk geeft als zou de gangbare landbouwproductie daar in 2050 wel toe in staat zijn. Vandaag slaagt de landbouw er in om een zeer hoog productieniveau te halen, maar dit gebeurt aan een enorme (ecologische) kost: input van energieverslindende stikstofmeststoffen, aanvoer van fosformeststoffen, gebruik van schadelijke pesticiden, uitputting van de bodem, verlies aan bodembiodiversiteit en in sommige gebieden ook uitputting van het grondwater. Dit is niet vol te houden. In 2050 zal de energie te duur en grondstoffen te schaars zijn om op die manier verder te gaan. Indien het niet zal lukken om 9 miljard mensen te voeden, dan zal dat (naast het hierboven genoemde politieke vraagstuk) zo zijn omdat we niet snel genoeg een radicaal andere weg zijn ingeslagen. Een weg waar externe inputs geminimaliseerd zijn en het sluiten van de kringlopen voorop staat.

“An approach that ‘robs Peter to pay Paul’ cannot be justified as sustainable. Importation of nutrients must be an investment in biological capital rather than a perpetual input necessary to maintain output” (David Homgren).

Zo kom ik tot stilaan tot mijn eerste punt. We moeten in de eerste plaats een inhaalbeweging doen om de bodems weer op punt te stellen én het ecologisch evenwicht te herstellen. Humusopbouw is cruciaal. Organische stofopbouw is ook productie, ook al brengt het nu geen enkele Euro op. Productie is dus meer dan het aantal verkoopbare broccoli’s dat een hectare oplevert. Een productiesysteem louter en alleen beoordelen vanuit een financieel-economische invalshoek is synoniem voor roofbouw plegen op de toekomst. Wie op een duurzame manier wilt produceren, zal rekening houden met de niet in Euro’s uit te drukken waarde van de noodzakelijke humusopbouw, én de productie die noodzakelijk is voor het in stand houden van een evenwichtig ecosysteem. Dit laatste betekent ondermeer dat je toelaat dat een deel van je opbrengst “opgeofferd” wordt aan het ecologische systeem om het evenwicht te behouden. Dat beetje bladluizen om de lieveheersbeestjes aan te trekken. Nuttig “on”kruid omdat het mineraalaccumulatoren zijn. In sommige wetenschappelijke kringen spreekt men over agro-ecologie. Permacultuur is een zeer ver doorgedreven vorm van agro-ecologie. (Daarover meer in mijn artikel voor de recentste Wervelkrant, zie p. 28-29).

Kortom, bij permacultuur heb je productie op drie niveaus, die elk van cruciaal belang zijn om in de toekomst 9 miljard mensen te kunnen voeden.

  1. productie als opbrengst voor de mens;
  2. productie voor het herstel van en vervolgens behoud van een gezonde en humusrijke bodem;
  3. productie voor het realiseren van een ecologisch evenwicht en het behouden ervan.

Een volwassen permacultuursysteem haalt z’n grondstoffen uit z’n omgeving: gebruik van compost, stikstoffixeerders, mineraalaccumulatoren,… Anders moet je die van elders halen, zoals bij de conventionele landbouw het geval is. Wanneer je een mooie opbrengst haalt per hectare, dan moet je je altijd afvragen of die opbrengst volledig verkregen is door die hectare grond, of dat er ook beroep gedaan werd op input van grondstoffen of energie van elders. Graan in een monocultuur heeft ook elders een ecologische voetafdruk. Maar dat komt niet tot uitdrukking in een cijfer als x ton/ha.

20130603_hof ter wilgen_0065

Zo komen we stilaan bij mijn tweede punt: de manier waarop opbrengsten worden uitgedrukt. Het is moeilijk om, met de bestaande meetinstrumenten, de opbrengsten van een permacultuursysteem te meten. Bij een monocultuur is dat eenvoudiger: op een gegeven tijdstip oogst je een perceel en die levert x ton graan of maïs op. Bij voedselbossen en andere polyculturen oogst je op verschillende tijdstippen, en oogst je verschillende gewassen. Dergelijke diversiteit in zowel tijd als soort gewas is zeer moeilijk meetbaar. Voor zover mij bekend, bestaan er ook vanuit wetenschappelijke hoek geen inspanningen om met die diversiteit om te gaan bij het meten. (Eigenlijk is er sowieso weinig wetenschappelijk onderzoek dat een integrale ecosysteembenadering bij voedsel- (en andere) productie hanteert…).

4 gedachten over “Negen miljard

  1. Marc Shepard, Fukuoka, Sepp Holzer zijn/waren een paar marktproducenten. Een van de problemen op het moment is de subsidiecultuur die enorm gericht is op megabedrijven die heel specialistisch zijn. Zoals plofkip-producenten, veetelers, of graanboeren. Het overheidssysteem kan gewoon niet omgaan met diversiteit. Dat valt niet te controleren en beregelen.

  2. Hoe kunnen we massaproductie en permacultuur verzoenen; De meeste productie machines zijn ontworpen voor massaproductie. ; zowel voor de landbouw als voor industriële processen.
    Groepsprocessen zijn steeds goedkoper , dan individuele.

    • Paul: zie mijn berichtje “Permacultuur en bio” op deze blog. Het gaat om fundamenteel verschillende blikken op de werkelijkheid. Massaproductie is binnen de huidige, op concurrentie gebaseerde, economie, misschien goedkoper omdat arbeid nu zo duur is. Maar die economie is op lange termijn onhoudbaar. Ook de goedkope fossiele energie zal niet blijven bestaan.

  3. 25% van de landbouwgrond behoort toe aan kleine boeren (minder dan 2Ha). met deze grond voeden zij 75% van de wereldbevolking. Dit is natuurlijk vooral in derdewereldlanden. Cijfers van FAO.
    Dus op deze moment wordt onze bevolking niet gevoed door de grote bio-industrie.

Plaats een reactie