On n’a qu’à ouvrir la bouche

Gilbert en Josine wonen in een rijhuisje in de Rue Charles Quint te Moeskroen. Achterin dat huisje zijn ze 47 jaar geleden begonnen met een eenvoudige, gifvrije moestuin.

20130608_gilbert en josine_0007

Gilbert had zijn ouders al zien tuinieren: een paar rijen pattatten, een rij prei,… maar dat lag hem niet. Hij was veel creatiever en ging aan het experimenteren. “Ik was al bezig met permacultuur nog voor ik dat woord ooit gehoord had,” lacht hij. “Gewoon door van alles uit te proberen. Je maakt veel fouten, maar daar moet je uit leren. Ik ben God dankbaar dat ik niet al te lang naar school ben geweest. De praktijk! Dàt is de beste leerschool!”

In de loop van de jaren konden ze de tuin uitbreiden tot 1.800 m2. Hij bevat bijna 2500 fruitbomen en 6500 variëteiten van eetbare kruiden en groenten in een perfect ecologisch evenwicht. Nooit, “jamais!”, heeft Gilbert zich laten verleiden om pesticiden of meststoffen te gebruiken.

“Het organische stof gehalte van onze bodem bedraagt 12%,” vertelt hij trots. Een terechte trots, als je weet dat onze gangbare akkers vaak minder dan 1% humus bevatten! Zijn frambozenstruiken zijn minstens 3 meter hoog. “On n’a qu’à ouvrir la bouche pour recevoir le fruit,” hun oogst is overvloedig!

20130608_gilbert en josine_0004

Door dat hoge humusgehalte moeten ze de planten nooit water geven. De humus zorgt voor een uitstekende vochtregulatie. De planten wortelen ook dieper. Hierdoor zijn ze sterker. Ze hebben ook nauwelijks last van slakken.

Alle bomen, struiken en planten staan dicht op elkaar. Van ziekten of plagen hebben ze geen last. Je moet eigenlijk een klein beetje bladluizen of slakken tolereren, om hun natuurlijke vijanden een hapje te gunnen. “Als je alle bladluizen doodt, dan verdwijnen de lieveheersbeestjes, hun natuurlijke vijand”. Pesticiden gebruiken is gelijk aan dweilen met de kraan open. Het systeem geraakt dan volledig uit evenwicht.

“Onze tuin geeft ons ook waardevolle geschenken,” merkt Josine op. “We eten niet alleen hetgene wat we geplant of gezaaid hebben, maar er zijn ook heel wat wilde eetbare planten: daslook, look-zonder-look,… En in de herfst krijgen we meer dan 100 kg bladeren die van de bomen zijn gevallen. Mooi materiaal om onze bodem te verzorgen.”

20130608_gilbert en josine_0008

Fruitbomen worden traditioneel in de winter gesnoeid. Niet zo bij Gilbert en Josine. Tijdens de winter zijn de bomen in rust. Als je dan snoeit, krijgen ze teveel scheuten, die later het licht belemmeren. Het is beter en veel eenvoudiger om het in de zomer te doen. Eind mei zie je veel beter waar je moet snoeien. Je kan er de zieke stukken uit halen. Het snoeisel kan je gebruiken als bemesting. Bovendien is het een goeie manier om de bladluizen om de tuin te leiden. Die zitten namelijk het liefst van al op de jonge sappige scheutjes, net diegene die weg moeten. Als je eerder zou snoeien, dan zijn de bladluizen genoodzaakt om op de blijvende stukken te zitten.

“Het grootste geheim van een goeie tuinier is, dat hij moet kunnen werken op z’n pantoffels”, verklapt Gilbert. Hij tuiniert nooit als het regent: niet aangenaam voor hem en veel te belastend voor de bodem.

20130608_gilbert en josine_0028

Gilbert heeft een verleden als mechanicien voor een chemisch bedrijf dat pigmenten aanmaakte. Een veel te ongezonde omgeving om in te werken. Toen in Moeskroen tijden van werkloosheid kwamen, heeft hij “Les fraternités ouvrières” opgericht. Hij wou arbeiders samenbrengen, en de tuin bleek daar een prima instrument voor. Vandaag telt z’n organisatie bijna 1000 leden. Zo’n 100 vrijwilligers helpen mee. Om zaaigoed meer betaalbaar te maken, kopen ze zaden aan in grotere verpakking en delen dit op in kleinere zakjes. “Tuinieren moet voor iedereen toegankelijk zijn!” Hun huis staat ook voor iedereen open. Iedereen die de tuin wilt zien, is welkom.

Wanneer ik vraag of ik een portret mag maken, grijpt Josine haar Gilbert stevig vast…

20130608_gilbert en josine_0032

(…om hem ook na de fotosessie niet meer los te laten).

Omdat het zeer moeilijk is om deze tuin in foto’s weer te geven, voeg ik even deze filmpjes (telkens ongeveer 2 min) toe van één van mijn medecursisten. In volle bewondering en dus in ’t sappigste Westvloams! Met interessante tips!

en

Om af te sluiten: hier nog een filmpje waarin je Josine zelf aan het woord hoort (Frans, ongeveer 6 min), alweer met interessante tips voor de tuin:

Met dank aan Bert om ons hierheen te brengen.
En dank aan Diëgo voor de leuke filmpjes.

9 gedachten over “On n’a qu’à ouvrir la bouche

  1. Je schrijft leuk en heel helder.
    Je zou een getuig- en inspiratieboekje moeten maken op het einde van je rit. En als ze het ermee eens zijn – ze met mekaar in (leer) contact laten komen – of een soort van VIP-Opentuindag maken waaraan selecte gezelschappen kunnen/mogen aan deelnemen…
    L.C.

  2. heel mooi geschreven Esmeralda! het was en is ECHT zo, je moet er bijna geweest zijn om dat te geloven! Het is eigenlijk een kleine wondertuin. Over enkele jaren hopelijk meer van dat over de hele wereld!

  3. Mooi mooi. “Tuinieren moet voor iedereen toegankelijk zijn”. We leven hier met miljoenen op een speldekop. Grond is niet voor iedereen toegankelijk.

  4. 1800m² en 2500 bomen. Dat is 0,72m² per boom. Dan nog plaats voor serrekes en open plekskes. Daar is mijn verstand te klein voor. En daar bedoel ik niks verkeerd mee. Ik bedoel het echt gelijk ik het schrijf.

  5. Ah Esmie, Het rondlopen in Moeskroen deed me zoveel deugd, ook al was het van achter een scherm. Ik ga daar zeker eens “levend” langs. Kwam bij de reacties al een paar bekende namen tegen (Dag Leen, dag Danny). Blijf vooral schrijven en kom ook eens langs bij ons. Om les te geven hé, niet om er te krijgen.

Plaats een reactie