Voedselboskookboek

Ik vroeg het mij al lang af. Al die vreemde en onbekende eetbare dingen die in zo’n voedselbos groeien… allemaal goed en wel, maar hoe maak je daar dan lekkere gerechten van? Bestaat daar een kookboek voor?

Niet dat ik een kookboekmens ben. Verre van eigenlijk. Ik kook “eclectisch”, alle stijlen uit tientallen streken en dito kookboeken door elkaar. Ik bekijk wat ik ter beschikking heb en wat mij op dat moment aanspreekt, en gaandeweg ontstaat mijn gerecht. Vraag mij geen recept, de hoofdingrediënten zie je zo ook wel, maar verhoudingen, laat staan de mix aan kruiden die ik gebruikt heb… dat kan ik zelden reproduceren. Elk gerecht uit mijn keuken is uniek ;-). Kookboeken zijn hoogstens een bron van inspiratie; klakkeloos kopiëren is zonde.

Desalniettemin denk ik dat meerjarige onbekende groenten uit een voedselbos of gewoon uit je tuin misschien iets aantrekkelijker zouden kunnen zijn voor consumenten indien ze een “handleiding” zouden bevatten. Niet alleen om ze te kweken, maar ook om ze klaar te maken. Ik begon er al vanuit te gaan dat dergelijke kookboeken nog niet bestonden, maar dat klopt niet. Vorig jaar verscheen er ééntje:

Zoals elk zichzelf respecterend kookboek, is het een zeer mooie uitgave met veel foto’s van zowel de plantjes zelf (nuttig, want ze zijn tenslotte niet zo bekend) als van de gerechten (obligaat voor de verkoopcijfers).

Het eerste hoofdstuk bevat wat eenvoudige tips voor het oogsten, maar het is erg beperkt en nogal oppervlakkig. Hoofdstuk 2 beschrijft enkele bewaartechnieken. Dat vind je evengoed in traditionele kookboeken maar het lijkt me wel op z’n plaats in een kookboek over voedselbossen. Bovendien ben ik ook verrast door nieuwigheden als “fruitkaas” (fruit cheese, fruit paste of “membrillo”): blijkbaar een traditioneel recept dat van Zuidamerikaanse oorsprong is. Vervolgens gaat het boek dieper in op verschillende droogtechnieken voor fruit en noten, tot zelfs een methode om “fruitleder” (fruit leather) te maken. Interessant. Hoofdstuk vijf focust op fermenteren.

Dat is het eerste deel van het boek, en volgens mij veruit het interessantste.

Het tweede en meest omvangrijke deel bevat recepten voor de typische oogst van voedselbossen, ingedeeld per seizoen en per plant. Eerst is er een beschrijving van die plant, gevolgd door één of meerdere recepten.

De beschrijvingen van de planten zijn vrij beknopt. Om te weten hoe je ze moet kweken, doe je best nog wat ander zoekwerk. Dat is tenslotte niet het opzet van een kookboek. Je leert wel hoe de plant eruit ziet en welke de voedingswaarde is. Soms staat er ook iets over de oorsprong.

Die recepten vallen mij tegen. OK, je leert wat je met die groenten kan doen, maar wie verwacht om met dit boek een volledig gerecht uit z’n voedselbos te toveren, is eraan voor de moeite.

Ik verwacht van een kookboek dat de hoofdstukken indeelt volgens de seizoenen, dat de gerechten dan seizoensgebonden zijn. Niet dus. In de lente bevelen ze aan om gazpacho soep met appelmunt te eten. De tomaten komen uit blik, en de komkommer – nou ja, die kan van overal komen, maar wellicht niet uit je moestuin en ook niet van het veld van de boer om de hoek. Laat staan uit je voedselbos. Maar de appelmunt die je erbij doet, die zou wel ’s uit je voedselbos kunnen komen, ja. Om maar een voorbeeld te geven.

Dat het geen vegetarisch boek is, vind ik een pluspunt. Voor mij passen dieren in een permacultuursysteem. Een beetje vlees, zo nu en dan, zo is het kookboek ook opgevat. Gerechtjes met kip of eend of zo, dat verwacht ik wel. Maar garnalen vind ik een beetje vreemd. Niet meteen een duurzame keuze, me dunkt.

Crawford is een Brit, en tja, de Britse keuken is niet meteen gekend om z’n fijnheid en subtiliteit. Room en zelfs suiker zijn prominent aanwezig in Crawford’s keuken. Daglelies verdwijnen onder het hakmes (ai) en worden vijf minuten meegekookt in de courgettesoep. OMG!

Op het einde van het boek vind je een paar interessante tabellen. De eerste bevat een alfabetische lijst met de planten, hun eetbare onderdelen en wat algemene kooktips. In de tweede tabel kan je per plant zien in welke maanden de eetbare onderdelen beschikbaar zijn. Mooi meegenomen.

Kortom, “food from your forest garden” heeft de verdienste uniek te zijn: het helpt je op weg in de keuken met die niet zo bekende plantjes uit een voedselbos. Maar mijn honger is niet gestild. (En de Britse keuken zal nooit mijn favoriet zijn.)

Wil je zelf een oordeel vormen van dit kookboek, dan kan je er een blik in werpen via deze link. Bestellen kan o.a via deze link.

Plaats een reactie